Diversiteit en inclusiviteit versterken toekomstbestendigheid bedrijven

Op zijn zomerevent in juni schoof Denuo twee sleutelwoorden voor de toekomst van recycling naar voren voor de 120 deelnemers: diversiteit en inclusie. Het beeld dat dit het beste in woorden vatte? De tientallen Playmobil figuurtjes die toonden dat hoe verschillend we allemaal zijn, er toch een match is. Diversiteit dus, omdat het ethisch het juiste is, maar evengoed omdat het economisch een noodzaak is. Uit onderzoek blijkt immers dat bedrijven die daarin investeren doorgaans innovatiever zijn, betere beslissingen nemen en meer arbeidskrachten ter beschikking hebben om productiever te zijn. Een win-win-win dus. Aan de hand van twee panelgesprekken en een keynote van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden, werd het onderwerp langs alle kanten tegen het licht gehouden. Daarna was het aan de deelnemers om te netwerken.

In een eerste panelgesprek werden Marie-Cecile Jacques van Exaris Interim en Caroline Deiteren van Embuild aan de tand gevoeld vanuit inclusie en diversiteit in de interim- en bouwsector en de raakvlakken met de afval- en recyclingsector. Exaris Interim is een buitenbeentje in het landschap van interimkantoren: de drive komt vanuit een sociaal doel. Het wil laaggeschoolde Brusselaars onder de dertig jaar de mogelijkheid geven om werk te vinden door de klemtoon te leggen op motivatie in plaats van diploma’s. “Diversiteit en inclusie beginnen met de stereotypen overboord te gooien. Het gaat om contact met andere mensen en je openstellen voor hun verhaal om tot meer geharmoniseerde relaties te komen. We geloven dat dit de weg van economische vooruitgang is, een traject dat elke industrie moet omarmen”, aldus Jacques.

Embuild, het vroegere Confederatie Bouw, is de voornaamste spreekbuis van de bouwsector in Vlaanderen. De 130.000 arbeidskrachten werkzaam in de bouw kennen veel verschillende nationaliteiten. Deiteren: “Door de krapte op de arbeidsmarkt moeten onze bouw- en installatiebedrijven wel verder kijken. Maar dat kan enkel slagen door te focussen op opleiding. In een aantal weken worden nieuwe werkkrachten vak- en taaltechnisch klaargestoomd met de ondersteuning van de VDAB. Ook de rol van technologie is niet te onderschatten in dit verhaal. Een tool voor vertaling op de smartphone kan bijzonder veel betekenen. Daarnaast proberen we hard te werken aan ons imago, om eerste keuze te worden bij jongeren als ze aan een job denken. Want de bouwsector reikt belangrijke oplossingen aan voor maatschappelijke problemen, integreert steeds meer innovatieve technieken en is ook hard bezig met de klimaatuitdaging.”

In een tweede panelgesprek was het de beurt aan Francis Devisch van Groep Maatwerk en Xavier Petre van Village n°1 Entreprises die de opportuniteiten van maatwerkbedrijven benadrukten om afval- en recyclingbedrijven te helpen bij hun circulaire activiteiten. In Vlaanderen zoekt Groep Maatwerk een opdracht voor 24.000 mensen met een beperking op de arbeidsmarkt. “Maak meer gebruik van ons”, lanceerde Devisch meteen een oproep. “We zijn een lokale partner. Bovendien hebben onze mensen vaak een talent voor repetitief werk. Dat maakt dat hun handenarbeid aan hoge kwaliteitsnormen kan voldoen. We kunnen meer dan 60 jaar ervaring en knowhow in montage evengoed toepassen om componenten net efficiënt te helpen ontmantelen. Expertise aan het begin en het eind van de keten die we ook kunnen terugkoppelen naar het productieproces voor meer ecodesign.   

Village n°1 Entreprises ondersteunt mensen met een handicap of mensen die van de traditionele arbeidsmarkt zijn uitgesloten door hun kwaliteitswerk en passende ondersteuning aan te bieden, met het oog op ontplooiing door werk en re-integratie in de traditionele arbeidsmarkt. Petre voegt daar nog twee troeven aan toe. “Flexibiliteit is een sleutelwoord bij ons. Door de ervaring die we hebben, weten we wat we moeten doen om de talenten van onze mensen tot hun recht te laten komen. Daarnaast kunnen we heel snel reageren op vragen van klanten. Wel moet de politiek nadenken over een betere financiering van onze diensten. Want als we de kosten naar beneden kunnen krijgen, kunnen we nog meer lokale tewerkstelling en waarde creëren. Maar dat is iets dat ook op Europees niveau moet opgenomen worden. Maar onze sector is in elk geval een ideale partner om tot circulaire producten te komen.”

Het slotwoord was ook voor ‘de politiek’. In deze periode van transitie is er immers nood aan sterk leiderschap om ons op koers te houden. Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden kwam vijf lessen delen die haar contacten met leiders uit verschillende achtergronden haar geleerd hadden. “Leiderschap mag in de eerste plaats niet gaan over ego. In het belang van een organisatie moet je soms voor, maar ook naast of achter de mensen staan. Een echte leider moet ten tweede kunnen verbinden. Een uitdaging in bedrijven vandaag door die verschillende achtergronden en perspectieven die mensen vandaag hebben. Duurzame oplossingen komen vanuit het centrum, niet vanuit polarisering. Ten derde draait het om stimuleren, om in team werken. Een goede leider kan alle radartjes perfect in elkaar laten draaien door mensen vertrouwen te geven om de beste versie van zichzelf te zijn. Voorlaatste punt is de nood aan een langetermijnvisie. Die geeft het perspectief en de zekerheid die nodig is om te investeren. Ten slotte moet een goede leider hoopvol zijn. Dit gaat dieper dan blind optimisme of naïviteit. Je moet handelen vanuit de overtuiging dat het goed is om ergens voor te gaan, ook al ben je niet zeker van het resultaat.”