In 2005 ondertekende Vanheede voor het eerst het West-Vlaams milieucharter. Het bedrijf met hoofdzetel in Geluwe engageerde zich toen al vrijwillig om van duurzaamheid één van de speerpunten binnen zijn activiteiten te maken. Met de komst van de CSRD-rapportage wordt er nog een tandje bij gezet. “We hebben een framework ontwikkeld waarmee we aan elk van onze 16.000 klanten kunnen rapporteren wat de precieze impact is. En dat voor 86% op basis van operationele data”, vertelt een trotse marketing- en communicatiemanager Kim Delvoye.
In het nieuwste jaarrapport van Vanheede pronkt de tool die ze gemaakt hebben om de impact op het milieu te berekenen. Een traject dat meer dan drie jaar gekost heeft om op de rails te zetten. “Bewustwording was dan ook de sleutel”, opent Delvoye. “Om iedereen mee te nemen in de visie, het doel waarnaar we op weg zijn.” Vanheede vertaalt zijn engagement voor het milieu in niet drie, maar vijf P’s: passion, planet, people, profit en pride. “In die volgorde ook”, legt Delvoye uit. Door met passie te ondernemen in recycling, houden we rekening met de planeet en met de mens. Maar enkel als de rekening op het einde van de rit ook klopt, houden we zuurstof over om weer te investeren en te innoveren. Trots is de optelsom van dit alles, waardoor we weer met passie verder kunnen.”
Het gaf ook de motivatie om een stevig fundament voor CSRD-rapportage te leggen, nochtans pas verplicht vanaf 2026 voor Vanheede. “Deze wetgeving vraagt om transparant te zijn over de impact die jouw bedrijf en activiteiten hebben. Voor alles wat we doen hebben we de afgelopen jaren op basis van onze eigen operationele data (86%, aangevuld met 14% monetaire data) berekend wat de precieze impact is van elke stap in onze eigen keten, van inzameling tot verwerking. De volgende stap is nu om die data te vertalen naar elk van onze klanten. Een bijzonder waardevol instrument voor hen, maar ook voor ons om te identificeren waar we zelf nog kunnen optimaliseren”, gaat Delvoye verder. Helemaal tot in detail gaat dat vooralsnog niet. “Hoeveel CO2-uitstoot er nu precies gepaard ging met de ophaling van één specifieke container, dat kunnen we nog niet zwart-op wit vertellen. Maar dat is wel de richting die we verder uit willen met dit framework.”
Een titanenwerk waar ze bij Vanheede dan ook trots op zijn. “Als afvalbedrijf beschik je van nature al over veel data. Dat kan een voordeel zijn, maar ook een valkuil als je alles in één keer probeert. Ons bedrijf heeft geen eenvoudige structuur. Er zijn de legale entiteiten, de business units, de sites, de 53 families van afvalstromen. Maar we zijn er in geslaagd om voor elke dimensie de cijfers naar boven te halen.” Evident was dat allerminst. Delvoye deelt ook graag zijn geleerde lessen mee. “Dit is eigenlijk een verhaal van iedereen binnen Vanheede. Om dit te realiseren hebben we data verkregen uit alle geledingen binnen het bedrijf, aangeleverd in een standaardformaat. Die hebben we vervolgens samengebracht in een single source of truth en gevisualiseerd in een eigen ontwikkeld dashboard. Want je moet het ook inzichtelijk maken, zodat iedereen de waarde erin ziet en eruit haalt.”
Op termijn moet dit immers resulteren in minder eigen CO2-emissies. “Voor elke ton uitstoot willen we er uiteindelijk drie vermijden. We zien de CRSD-rapportage dan ook als een godsgeschenk. Als een houvast over wat en hoe je nu eigenlijk moet meten en rapporteren. Als je echt wil vergroenen, dan mogen je inspanningen bijvoorbeeld je energie-intensiteit niet opdrijven. Anders ruil je de ene uitstoot gewoon in voor de andere. Die balans proberen we nauwgezet in de gaten te houden. Om die redenen brengen we investeringen ook in een aparte categorie onder. Een nieuw gebouw zetten kost tonnen CO2-uitstoot, maar kan wel een belangrijke stap richting meer duurzaamheid zijn, omdat je net beter, veiliger of efficiënter kan werken in de toekomst. We nemen alles uiteraard mee in onze CO2-boekhouding maar om onze eigen doelstellingen vast te leggen, kijken we puur naar het operationele.”