Platform over de gehele recyclingstroom binnen de Benelux
Versoepeling van pv-verplichting uitgelegd
Wie in 2021 meer dan 1 GWh aan energie gebruikt heeft, zou vanaf 2025 verplicht over een fotovoltaïsche installatie moeten beschikken die in verhouding staat tot de dakoppervlakte.

Versoepeling van pv-verplichting uitgelegd

Wie in 2021 in België meer dan 1 GWh aan energie gebruikt heeft, zou vanaf 2025 verplicht over een fotovoltaïsche installatie moeten beschikken die in verhouding staat tot de dakoppervlakte. Dat was de regering in 2023 overeengekomen. Omdat dit bedrijven maar weinig tijd gaf om zich voor te bereiden is er nu een versoepeling uit de bus gekomen. Voka adviseur Energie en Klimaat Yannick Van den Broeck praat ons bij over de belangrijkste aanpassingen.

Dat ze verplicht zijn om zonnepanelen te leggen is voor vele bedrijven een verrassing. “Bedrijven moeten immers zelf controleren of hun verbruik op jaarbasis de kaap van 1 GWh overschrijdt. Het referentiejaar dat daarvoor geldt is 2021. Volgens onze cijfers komt dat neer op 2.000 à 2.500 bedrijven over alle sectoren heen. Dat zijn zelfs nog niet eens de grootverbruikers, dus ik vermoed dat er in de recyclingsector, waar er toch veel energie-intensieve processen plaatsvinden, ook veel bedrijven onder de verplichting vallen.” Als dat het geval is moeten bedrijven een pv-installatie plaatsen in functie van hun dakoppervlak (ongeveer 10% van totale horizontale dakoppervlakte). Tegen 2025 moest er voor minstens 12,5 Wp/m² aan zonnepanelen in dienst zijn, in januari 2030 18,75 Wp/m² en in januari 2035 25 Wp/m².

Yannick Van den Broeck: “Een aantal bedrijven wordt nu pas wakker, merk ik aan het aantal calls dat ik krijg. Er zullen bovendien nog wel wat details uitgeklaard moeten worden.”

Te krappe timing

We spreken in voorwaardelijke wijze want dankzij het lobbywerk van onder andere Voka is er nu een versoepeling afgesproken. “Idealiter ­waren het er twaalf, maar de deadline is toch met negen maanden opgeschoven”, vertelt Van den Broeck opgelucht. “Het venster was te krap. Dit gaat om installaties van vaak honderden kWp en investeringen die in de miljoenen lopen. Daar zijn soms dak­verstevigingen voor nodig, vergunningen, werken aan de binneninstallatie, de plaatsing van een hoogspanningscabine … Dat krijg je niet op minder dan twee jaar geklaard. Boven­dien moet de installatie ook door netbeheerder Fluvius goed­gekeurd worden die nu al kampt met vertragingen.” Op je lauweren rusten tot 2026 is echter geen optie. Er moet reeds een contractuele overeenkomst zijn om de deadline vooruit te mogen duwen.

Meer alternatieve bronnen van hernieuwbare energie

Daarnaast werd het lijstje alternatieve energie­bronnen uitgebreid voor wie liever niet op zonnepanelen wil inzetten. “Onshore windturbines en bio-WKK’s operationeel na 2023 kwamen al in aanmerking. Wie nog in een vergunnings­procedure verwikkeld zit, krijgt een verlenging met twee jaar, te rekenen vanaf wanneer het rechtscollege uitspraak doet. We hebben voorts kunnen bedingen dat warmtepompen meteen al meetellen en dat ook thermische zonnecollectoren toegelaten zijn. In principe zou elke vorm van hernieuwbare energie valabel moeten zijn, maar we zijn al blij dat de meest mature technologieën nu afgevinkt staan.”

Plaatsing pv-installatie

De pv-installaties hoeven trouwens niet persé op het dak te komen. Grondgebonden PV mocht vroeger enkel op ‘marginale grond’ komen (bermen of gesloten stort­gebieden niet bestemd als natuur­gebied of landbouwgebied). Nu is elke morzel industriële grond toegestaan. “Dat maakt het interessant voor Seveso bedrijven die sowieso al een bufferstrook moeten vrijhouden voor hun activiteiten en die ze nu kunnen benutten voor de pv-verplichting.” Verbonden vennootschappen hebben dankzij de versoepeling de keuze om op groepsniveau te kiezen op welke site een pv-installatie het beste tot zijn recht komt. In de eerste regels was dat nog per afnamepunt. En voor wie echt geen plaats ter beschikking heeft, wordt de mogelijkheid open gelaten voor participatie, financieel investeren in installaties in hernieuwbare energie van derden.

Wettelijk kader verder verduidelijken

Van den Broeck stipt nog enkele belangrijke punten. “Wie in 2021 net een piek in zijn productie meemaakte en daardoor de drempel bereikte, kan aan de hand van drie eerdere referentiejaren aantonen dat het om een uitzondering ging en een vrijstelling krijgen. Dat gunstregime is nu uitgebreid naar ook wie later die drempel overschrijdt. Bedrijven die er vandaag nog niet onder vallen, zullen dus blijvend hun energieverbruik moeten controleren. Een gemiste kans. Als de overheid een verplichting oplegt, is transparantie toch het minste dat je kan verwachten. Ze zou bedrijven die eronder vallen zelf op de hoogte moeten stellen. Een aantal bedrijven wordt nu pas wakker, merk ik aan het aantal calls dat ik krijg. Er zullen bovendien nog wel wat details uitgeklaard moeten worden. Geldt de contractverbintenis louter over de pv-installatie of volstaat het dat de werken voor de dakversteviging besteld zijn? Hoe ziet het wettelijk kader rond participaties er uit? Kunnen ook meerdere bedrijven in zo’n project stappen om meer synergie te creëren? De wetgever moet wel nog voor wat duidelijkheid zorgen.” 

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details

Kunnen we je helpen met zoeken?

Bekijk alle resultaten