2020 zou een doorbraakjaar worden voor kunststofrecyclage in België. De drie gewestregeringen in ons land en de bevoegde ministers hadden duidelijke ambities naar voren geschoven in hun beleidsplannen voor de komende legislatuur. Maar toen kwam corona.
Het is stilaan een open deur om te zeggen dat de coronacrisis een aanzienlijke impact heeft gehad op het dagelijkse leven wereldwijd. Zowat overal ter wereld werden mensen gevraagd om thuis te blijven. Bedrijven in niet-essentiële sectoren sloten hun deuren of draaiden op een lager pitje. Het leven lag grotendeels stil, en dat heeft heel wat economische gevolgen.
Een van die gevolgen is de historisch lage olieprijs. De internationale lockdownmaatregelen hadden een sterke impact op de vraag naar olie (minder auto’s en vrachtwagens op de baan, minder vliegtuigen in de lucht, minder verwarming voor gebouwen). Bijgevolg namen de olieprijzen een fikse duik. Aangezien ruwe olie het basisingrediënt van kunststoffen is, heeft de schommeling van de olieprijzen een directe invloed op de prijs van kunststoffen. De kelderende olieprijzen van de laatste maanden hebben nieuwe (virgin) kunststoffen aanzienlijk goedkoper gemaakt. Deze trend had zich al ingezet voor de coronacrisis, maar is door de stagnerende industriële bedrijvigheid nog versterkt.
De gekelderde olieprijzen laten gerecycleerde kunststoffen niet meer concurreren met de prijzen van nieuwe polymeren. De prijs van gerecycleerde plastics is relatief stabiel. Ze wordt bepaald door de kosten van de inzameling, de sortering en de recyclage van kunststofafval, en die kosten liggen momenteel hoger dan de prijs voor nieuwe grondstoffen. Aangezien prijs nog steeds een belangrijk argument is voor kunststofproducenten heeft de evolutie van de aardolieprijzen een onmiddellijke impact op de afzetmogelijkheden van gerecycleerde materialen. Momenteel krijgt de sector dan ook rake klappen.
De Duitse federatie van afvalverwerkingsbedrijven, BDE (Bundesverband der Deutscher Entsorgungswirtschaft) bevroeg haar leden recent over de impact van de Covid-19 crisis op hun activiteiten. Uit die rondvraag bleek dat het gebruik van alle soorten gerecycleerde kunststoffen gemiddeld met 41% gedaald is. Met een omzetdaling van ongeveer 53% blijkt de PVC-afzetmarkt het zwaarst getroffen, gevolgd door de PET-markt met -45%, de kunststoffoliemarkt met -41%, de gemengde kunststofmarkt met -38% en de PE/PP-markt met -30%. De grootste ineenstorting van de vraag doet zich voor in de automobielsector en de elektronicasector waar de inkrimping gemiddeld 60% bedraagt en in sommige gevallen zelfs 80%. In de tuin- en landbouw is de vraag naar gerecy-cleerde kunststoffen teruggevallen met 35% en in de bouwsector met 33%. Ook vanuit de verpakkingsindustrie verminderde de vraag met 30%.
De vraag is nu: kunnen we deze evolutie keren? Kunnen we vermijden dat het coronavirus onze ambities voor kunststofrecyclage fataal wordt? Het antwoord is ja. Vanuit de recyclagesector vragen we alle betrokkenen om samen met ons het gebruik van gerecycleerde materialen op te drijven. We vragen bedrijven om duidelijk hun engagement voor een duurzame economie te tonen door resoluut voor gerecycleerde plastics te kiezen. Als dit ‘technisch’ niet mogelijk blijkt, staan we steeds open voor dialoog om samen naar oplossingen te zoeken. We reiken ook de hand naar de beheersorganisaties. Samen met hen kunnen we projecten opzetten om gerecycleerde materialen meer ingang te doen vinden. Bijvoorbeeld door nieuwe toepassingsmogelijkheden te vinden, zoals we ook met Valipac hebben gedaan voor het hergebruik van verpakkingsfolies in de productie van nieuwe transportverpakkingen.
Tot slot, vragen we onze beleidsmakers om mee de vraag naar gerecycleerd materiaal te stimuleren. Door bedrijven te verplichten om gerecycleerd materiaal in hun producten op te nemen (recycled content). Europa gaf hierin al het goede voorbeeld met de Single Use Plastics Directive. Daarin worden verpakkingsproducenten verplicht om een minimumhoeveelheid gerecycleerde plastic in hun producten te verwerken, en dit gradueel op te drijven en uit te breiden naar verschillende soorten plastics tussen 2025 en 2030. Die graduele aanpak kunnen we ook in ons land toepassen, zodat alle partijen zich stelselmatig kunnen aanpassen. Een andere maatregel is het wegwerken van de ongelijke prijsafweging tussen gerecycleerd materiaal en nieuwe (virgin) kunststoffen. Dit kan bijvoorbeeld door in de prijsstelling van nieuwe kunststoffen het milieu-aspect in rekening te brengen. Ook de inzet van financiële steunmaatregelen kunnen een meerwaarde creëren voor het gebruik van gerecycleerde kunststoffen. Dit kan zowel commercieel of taksgerelateerd zijn, of door de vrijstelling voor groenestroombijdragen uit te breiden naar de afval- en recyclagesector. De taks op nieuwe plastics zoals Europa onlangs heeft ingevoerd kan (hopelijk) in België de vraag naar gerecycleerde materialen aanzwengelen. En bovendien kunnen de overheden en administraties in ons land rechtstreeks vraag creëren naar gerecycleerde kunststoffen via overheidsopdrachten.
Deze maatregelen zullen de vraag naar gerecycleerde plastics nieuw leven inblazen en een meer stabiele afzetmarkt creëren , waardoor kunststofrecyclage aantrekkelijker wordt. Dat zorgt op zijn beurt voor nieuwe investeringen in extra recyclagecapaciteit en werkgelegenheid zodat we onze ambitie om een belangrijke rol te spelen in de circulaire economie kunnen waarmaken! Vanuit Denuo willen we hier werk van maken, zodat de kunststoffen die we vandaag gebruiken ook morgen opnieuw hun weg naar de markt kunnen vinden.