“Waarom geen taxshift om innovatiekost te compenseren?
Start it @KBC wil start-ups actiever ondersteunen in hun transitie naar een circulair businessmodel. Geen overbodige luxe, zo bleek tijdens een rondetafelgesprek met externe stakeholders én ervaringsdeskundigen in Antwerpen. “We moeten het hele systeem veranderen. Dat is echt een gigantische uitdaging.”
Tegen 2030 wil Vlaanderen het aandeel van de circulaire economie in Vlaanderen optrekken van 20 naar 40%. “De Vlaamse inspanningen om te recycleren en om materialen te hergebruiken worden tegen 2030 dus verdubbeld”, zo belooft Vlaams minister van Economie en Innovatie Hilde Crevits (CD&V) de aanwezigen op het start-up festival Connect X in een videoboodschap. Die ambitie is niet onhaalbaar, blijkt uit het rondetafelgesprek. “Vandaag zijn het niet enkel meer de hippe start-ups die de circulaire kaart trekken”, bevestigt Jasmien Wynants, Sustainability Coordinator bij kledingproducent Xandres en initiatiefnemer van Close The Loop. “Ook stevig uit de kluiten gewassen kmo’s en grote corporates springen op de circulaire kar. Niet zelden gaan ze daarvoor ook al samenwerkingen aan met innovatieve start-ups.” De grootste uitdagingen waarmee circulaire start-ups vandaag geconfronteerd worden, zijn van externe aard, zo blijkt uit de diverse getuigenissen. Gaande van verouderde wetgeving over een onaangepaste fiscaliteit tot starre lineaire bevoorradingsketens, die je niet zomaar in een wip verandert. Die vaststelling bracht de aanwezigen op de rondetafel tot enkele cruciale aandachtspunten.
Start-ups hoeven geen rekening te houden met een historische erfenis die het prijskaartje voor de omschakeling naar een circulair model fors kan opdrijven. Bovendien laat een circulair model hen nu ook maximaal toe om in te spelen op de almaar grotere grondstoffenschaarste. Dit kan hen dan weer een prijsvoordeel bezorgen tegenover concurrenten met een zuiver lineair businessmodel. Daar staat tegenover dat circulaire start-ups in België vaak nog te weinig hoogwaardige gerecycleerde materialen vinden, waardoor ze soms uitwijken naar het buitenland. In die hoogwaardige recyclage ligt voor ons land dus nog flink wat economische groeimarge. Tegelijk kan de overheid hierdoor ook meer innovatieve start-ups in eigen land houden.
Circulaire bedrijven moeten er vooral over waken de juiste focus aan te houden. Circulariteit op zich verkoopt nauwelijks bij het grote publiek, goede of mooie producten met een duidelijke meerwaarde die ook circulair geproduceerd zijn, doen dat wél. Het is dus cruciaal om naar de consument toe ook het juiste discours te hanteren en voldoende te investeren in echte productmarketing.
De sector is niet zozeer vragende partij voor extra subsidies, wél voor een gelijk speelveld. “Enkel dan kunnen we ook de grote spelers meekrijgen. Door verouderde wetgeving waar nodig aan te passen, vervuilende activiteiten extra te belasten of werk te maken van een taxshift die circulaire businessmodellen ten goede komt, de fiscaliteit op sommige vlakken te hervormen, kunnen circulaire businessmodellen op langere termijn ook op prijsvlak concurreren met bestaande businessmodellen. Zo trekken we ook de minder gemotiveerde of zeer prijsbewuste consument mee over de streep om zijn koopgedrag aan te passen. En zo’n gedragsverandering kan een pak sneller gaan dan algemeen gedacht”, onderstreept Gert Linthout. Hij is oprichter van onder meer duurzaam koffiemerk Ray & Jules en Mic Mac Minuscule, dat tweedehands geboortelijsten in de markt zet. “Tot voor enkele decennia herstelden we nog systematisch onze kapotte sokken of schoenen. De ongebreidelde consumptiemaatschappij is dus ook maar iets van de laatste decennia.”
Circulaire modellen kunnen de Europese economie een stevige boost geven. Niet enkel omdat we meer lokaal gaan produceren en recycleren, maar ook omdat onze Europese kenniseconomie een ideale voedingsbodem is voor innovatieve productieprocessen. “We zitten in België op gigantisch veel kennis en expertise”, benadrukt start-up coach Dirk Lievens. “Laat ons dan ook maximaal inzetten op netwerken en structuren die start-ups kunnen helpen om met elkaar samen te werken en van elkaar te leren.”