Hoe is het gesteld met de productiviteit in Vlaanderen en hoe kunnen we die een boost geven? Deze hamvragen waren het onderwerp van de studie uitgevoerd door Roland Berger in 2023 in opdracht van de Vlaamse minister voor Werk in het kader van het VIONA onderzoeksprogramma. We zetten de voornaamste conclusies op een rijtje zodat ook de afval- en recyclingsector er lessen uit kan trekken om zijn competitiviteit op te trekken.
Economische groei kunnen we op twee manieren realiseren. Ofwel moet de werkgelegenheidsgraad naar omhoog, ofwel moeten we een productiviteitsgroei stimuleren. Gezien de uitdagingen op de arbeidsmarkt in Vlaanderen vandaag, meer vraag, minder aanbod en een steeds grotere mismatch in skills, zullen we vooral de schaarse middelen die er zijn efficiënter moeten leren beheren. De productiviteitsgroei in België vertoont echter een neerwaartse trend en ligt consequent onder het OESO-gemiddelde. Welke hefbomen zijn er om die evolutie om te keren? Tot welke acties en engagementen moet dan concreet leiden? Kunnen we leren uit ‘buitenlandse’ best practices? En wat zijn mogelijke valkuilen en neveneffecten?
De afgelopen decennia kwam de BBP-groei in de OESO landen voor 2/3 voort uit productiviteitsgroei. Sinds ’70 is die echter snel afgenomen van 3,4% per jaar tot 0,9% per jaar. Hier zou volgens de verwachtingen in België pas weer in 2040 groei inkomen, dankzij een grotere digitalisering. De cijfers in Vlaanderen zijn gelijklopend. De gemiddelde productiviteit groeit maar traag, meer bepaald met 1% per jaar over de periode 2003 – 2019. Zoomen we dieper in op de periode na de financiële crisis, dan zien we dat we sinds 2011 maar een productiviteitsgroei van 0,7% laten optekenen. We zien sterke verschillen tussen sectoren. Chemie en farma scoren sterk met jaarlijks gemiddeld 3,2%. Horeca en watervoorziening en afvalmanagement zijn de enige twee sectoren die over die periode een vermindering van de productiviteit hebben gekend, met respectievelijk een jaarlijkse daling van 0,4% en 1,1%.
Wanneer we dat afwegen tegen de rest van Europa is het Belgische beeld niet meteen rooskleuriger. Sinds 2007 ligt onze productiviteitsgroei systematisch onder het Europese gemiddelde. Ook de productiviteitsgroei in Vlaanderen staat onder druk en daalt het laatste decennium sterker dan in de rest van Europa. De verschillende sectoren in Vlaanderen vertonen daarenboven grote verschillen in jaarlijkse productiviteitsgroei. Watervoorziening en afvalmanagement groeien gelijkaardig met het gemiddelde van de EU-13 (Oostenrijk, Duitsland, Denemarken, Griekenland, Spanje, Finland, Italië, Luxemburg, Frankrijk, Nederland, Portugal, Zweden en België). In absolute cijfers blijft Vlaanderen wel één van de Europese koplopers met 54 euro bruto toegevoegde waarde per gewerkt uur versus 44 euro (EU-13) en 37 euro (EU-27). Maar de vertraging is wel meer uitgesproken bij ons. Het blijft dus cruciaal voor Vlaanderen om de dalende trend te stabiliseren en uiteindelijk weer aan te knopen met een sterkere groei.
De studie identificeert drie drivers om daarin te slagen: stimuleren van innovatie (pushing the productivity frontier), verspreiden van bestaande kennis (diffusion from the productivity frontier) en het faciliteren van (her)allocatie van kapitaal en arbeid (allocative efficiency). Afhankelijk van de sector varieert de impact van individuele drivers op de productiviteit sterk. De sectoren watervoorziening en afvalmanagement lijken vooral gediend van publieke infrastructuur, competitie en business dynamiek en financiële ontwikkeling. We zouden kunnen leren van Denemarken en Nederland. In Denemarken zetten ze in op een flexibele arbeidsmarkt die focust op de bescherming van werknemers, inclusief work-life balans. In Nederland zijn ze dan weer sterk in het verbeteren van technische opleidingen en levenslang leren om de lage productiviteit in de landbouwsector te verhogen.