In Europa produceren we met zijn allen 15 miljoen ton textielafval per jaar. Een deel kan nog dienen voor hergebruik maar een deel kan enkel dienen voor recyclage. Dat heeft alles te maken met de trend van fast fashion, die ons kledingstukken sneller doet weggooien maar tegelijk een negatieve impact heeft op de textielkwaliteit. Om bedrijven te helpen om textielvezels beter te valoriseren heeft Valvan Baling Systems de Fibersort technologie ontwikkeld. Textielrecyclagebedrijven kunnen hiermee textiel identificeren en scheiden op basis van de samenstelling van de vezels, kleur en structuur.
Valvan Baling Systems is groot geworden met de constructie van balenpersen voor allerlei toepassingen. Vanuit deze kernexpertise is het bedrijf uit Menen begonnen met het ontwikkelen van machines voor sorteren van tweedehandskledij. “Door het succes van onze klanten hebben we voor verschillende bestaande faciliteiten voor sorteren kunnen bijdragen tot het verhogen van de productie of het implementeren van nieuwere technologie. De laatste jaren zien we echter dat ze tegen een berg van gebruikt textiel aankijken, vooral in die fractie die niet meer geschikt is voor hergebruik. Vandaag wordt wereldwijd nog 73% van textiel verbrand of gestort. Geautomatiseerde sorteertechnologie is wat er nodig is om niet herbruikbare kleding tot waardevolle grondstoffen voor recyclage te transformeren. Vandaar de ontwikkeling van Fibersort.” Aan het woord is Maurits Vandeputte, innovation manager bij Valvan Baling Systems.
Fibersort is een nieuwe technologie die de recyclage-industrie in staat stelt om textiel te identificeren en te scheiden op basis van de samenstelling van de vezels, kleur en structuur. De basis voor de technologie is de combinatie van NIR- (near infrared) en RGB-cameratechnologie voor respectievelijk de vezel-, kleur- en structuurherkenning. “Momenteel hebben we het systeem getraind om zes types van vezels te herkennen: wol, katoen, polyester, viscose, acryl en nylon. Maar op vraag van de klant kan dit uitgebreid worden naar andere vezeltypes. We voegen deze dan toe aan de vezelbibliotheek”, aldus Vandeputte. De nauwkeurigheid van het Fibersort systeem hangt af van de informatie over vezelsamenstellingen die in die bibliotheek aanwezig is. Mature, goed getrainde systemen kunnen een precisie tot 95% halen. De kleurdetectie werkt in twee stappen. Eerst wordt een onderscheid gemaakt tussen textiel dat uit één kleur of uit meerdere kleuren bestaat. Daarna gebeurt er een gedetailleerde analyse op de stukken die uit een kleur bestaan. De herkenning van de structuur, geweven of gebreid textiel, is belangrijk om de producten beter te sorteren volgens de gepaste recyclagestappen.
Bij de ontwikkeling van Fibersort hield Valvan Baling System de productiviteit voor ogen in functie van de schaalgrootte en automatiseringsgraad van textielrecyclagebedrijven. De oplossing bestaat in verschillende varianten: manueel, semiautomatisch, volledig automatisch of zelfs volledig geïntegreerd in een sorteerinstallatie. De scanner vormt telkens het hart van het systeem. Een enkele manuele Fibersort scantafel kan elke vijf seconden een stuk textiel verwerken. De capaciteit varieert in functie van het gemiddeld gewicht. “We schatten dat er ongeveer drie stukken textiel in 1 kg gaan, dus dat komt neer op een capaciteit van ongeveer 240 kg/uur. Onze semiautomatische systemen werken met een transportband die zorgt voor aan aanvoer naar de scantafels. Deze zijn ontworpen om één stuk textiel per seconde te verwerken en kunnen de stukken scheiden in zes tot vijftig categorieën. Een persoon of robot voedt de machine met textiel stuk per stuk. De capaciteit kan gaan tot 1.200 kg/uur, maar is eigenlijk gelimiteerd op één stuk per seconde en hangt af van het soortelijk gewicht van een item. Zo een volledig automatisch systeem hebben we al geïnstalleerd bij Wieland Textiles met een robotpicker die voor de aanvoer zorgt.”
De Fibersort technologie biedt bijzonder veel potentieel om meer waarde uit textielvezels te halen. Maar zoals met elke technologie zijn er ook beperkingen aan. “De nauwkeurigheid zal bijvoorbeeld dalen wanneer het textiel bestaat uit samenstellingen van meer dan drie verschillende vezeltypes. Een tweede belangrijk aandachtspunt is dat de scanner enkel maar naar de oppervlakte kan kijken. Verder kan de kledij ook het beste droog zijn. Vloeistoffen kunnen immers de spectrumanalyse verstoren. Maar deze veelbelovende technologie is cruciaal om weer meer materialen een tweede leven te kunnen geven”, besluit Vandeputte.