In het grensgebied tussen België, Nederland en Duitsland is er meer gaande dan alleen maar de Einstein telescoop. Er wordt ook hard ingezet op het circulair maken van elektrische voertuigen. Het CYPRESS Interreg project wil daarvoor een katalysator zijn voor de volledige waardeketen aan de drie kanten van de grenzen. Flanders Make, dat het project trekt, legt uit wat ze precies voor ogen hebben.
CYPRESS staat voor circulaire producten voor elektrische voertuigen. Dat de cipres een wintergroene boom is, verzegelde de naam. “De bedoeling is om bedrijven actief in automotive te stimuleren om over te stappen naar een volledig circulaire levenscyclus, van het productieontwerp tot de uiteindelijke assemblageprocessen. Het resultaat zijn dan producten met een kleine CO2-voetafdruk. Hoe? Enerzijds willen we de principes van een circulaire economie breder verankeren binnen de automobielindustrie. Anderzijds willen we drie digitale pilootlijnen opzetten om meteen ook te tonen hoe het in de praktijk kan”, opent projectleider Philip Eyckens.
Die drie pilootlijnen omvatten de bouw van een batterijmodule die opnieuw gebruikt kan worden, een waterstoftank uit gerecyclede materialen en een koolstofarme behuizing voor een versnellingsbak. “We proberen zoveel mogelijk gerecyclede materialen te verwerken, zonder in te boeten aan kwaliteit. In het ontwerp zal bovendien al rekening gehouden worden met de volledige levenscyclus. Dus ook hoe je die componenten achter makkelijk weer kan uit elkaar halen, herstellen en recyclen.” In totaal wil men zo een 150 bedrijven over de volledige waardeketen heen samenbrengen om hier in clusters rond te werken. Ook recyclingbedrijven zijn nog van harte welkom. “Elk levert een eigen stukje domeinkennis en ervaring aan om tot een digital twin van hoe zo een pilootlijn er zou uitzien te komen. Dat willen we dit jaar nog afronden. Op basis van verschillende circulaire parameters, het innovatiegehalte en het economisch potentieel kiezen we er dan eentje uit die ook fysiek zal worden gebouwd in de loop van 2026.”
Intussen wordt tevens gewerkt aan de skills die nodig zullen zijn in de toekomst om meer circulair te werken. “We onderzoeken eerst wat er nodig is aan technologie, materialen en vaardigheden om dan een toolkit voor te bereiden waar opleidingscentra mee aan de slag kunnen om de volgende generatie klaar te stomen. De bedoeling is om de concurrentiekracht van de automotive sector in de regio Maas-Rijn op lange termijn te versterken en het innovatiepotentieel dat we hier hebben te verzilveren. Het elektrische wagenpark van de toekomst zal bijzonder veel waardevolle grondstoffen bevatten. Met recycling kunnen we daar al veel van recupereren. Maar met hergebruik kunnen we tot nog duurzamere oplossingen komen. Zo kunnen we een internationale hub worden van de circulaire productieketen van elektrische voertuigen”, vertelt Eyckens ambitieus.
Dat is trouwens lang niet het enige initiatief rond duurzame mobiliteit in de regio. Verschillende partners (POM Limburg, Flanders Make, Ford Lommel Proving Ground, E-Trucks Europe en Stad Lommel) hebben samen Clean Mobility Valley op gang getrokken. Flanders Make projectleider Bert Dexters: “De overgang van fossiele brandstof naar elektrische aandrijving biedt enorme groeiopportuniteiten. Als we die transitie hier goed kunnen inzetten met een sterke R&D-capaciteit tot nieuwe componenten komen, dan kunnen we het jobbehoud in de regio verzekeren. De Clean Mobility Valley wil een katalysator zijn door kennisintensieve bedrijven samen te brengen. Door samen te werken kunnen we meer snelheid maken.”