Wanneer je, zoals ik, in het decennium terecht bent gekomen waarin ook de pensioengerechtigde leeftijd zich bevindt, heb je steeds vaker de neiging om terug te kijken op de jaren die voorbij gegaan zijn. Dit klinkt misschien wat melancholisch maar zie dat alsjeblieft niet zo, het is slechts een constatering. Maar was het vroeger nu echt beter of zijn dit slechts valse sentimenten?
Ik ben opgegroeid in de jaren zestig van de vorige eeuw in, destijds een van dichtstbevolkte wijken van Nederland, het Poptahof in Delft. Daar stonden acht flatgebouwen met elk 99 woningen en zes flatgebouwen met elk ongeveer 40 woningen. Daartussenin stonden nog wat kleine eengezinswoninkjes. Ruim 1.000 gezinnen op nog geen 10 hectare.
Voor de afvoer van afval maakten we gebruik van de lorrenboer, de schillenboer en de oudpapier-bak van de sportvereniging. Het restafval werd afgevoerd met behulp van een stortkokersysteem, één keer per week moesten mijn broertje en ik ‘ut’zakkie’ (het Delftse dialect is echt leuk) weggooien. Deze exercitie bestond uit het weggooien van één zakje restafval van 40 liter in een stortkoker die zich centraal in de flat bevond en die uitkwam op een containerruimte. Ja u leest het goed, 40 liter restafval per gezin per week!! Waren mijn ouders milieubewust of lagen er andere oorzaken aan deze minimale hoeveelheid restafval ten grondslag?
Het antwoord is simpel: neen mijn ouders waren niet milieubewust, zij handelden gewoon uit hun geldende normen en waarden. Alles wat je kon hergebruiken, repareren of recyclen (kleding, groenafval en oud-papier) werd apart gehouden en het restafval gooide je gewoon weg, niets gecompliceerds of maatschappelijk verantwoord – gewoon fatsoenlijk en volgzaam. Wat natuurlijk ook mee hielp: er was toen nog geen overdadig consumptiepatroon zoals dat heden ten dage wel is.
Het aanbod van goedkope modieuze producten is tegenwoordig overdadig, bijna misdadig zelfs. Fast-fashion of fast-furniture, trendy elektronica of speelgoedjes, bijna allemaal gemaakt door mensen tegen lage beloningen en vaak onder erbarmelijke omstandigheden, verleidt de consument om toch vooral maar méér te kopen en snel weer weg te gooien. Dit jaar viel Earth Overshoot Day op 24 juli en voor alleen Nederland viel deze zelfs al op 5 mei. Ter vergelijking: in 1970 viel Earth Overshoot Day in Nederland op 23 december. Dus het antwoord op de vraag of vroeger alles beter was lijkt misschien simpel … of niet?
De waarheid bungelt waarschijnlijk in het midden van de aloude Ladder van Lansink: heb ik iets nieuws nodig, kan ik het oude nog repareren of laten (her-)gebruiken of kan ik het ter recycling aanbieden om te voorkomen dat het verbrand of gestort wordt, waardoor waardevolle grondstoffen definitief verwijderd worden? En de volgende vraag is dan: hebben we hier nog meer nieuwe en/of aanvullende wet- en regelgeving voor nodig of moeten we gewoon ons gezonde verstand weer eens gaan gebruiken en oude normen en waarden in ere herstellen?
Het antwoord op die laatste vraag lijkt mij dan weer wel simpel …