Platform over de gehele recyclingstroom binnen de Benelux
Betekenis van de MKI als meetlat en stimulans

Betekenis van de MKI als meetlat en stimulans

Op het recyclingsymposium op 21 november nam Edwin van der Wel als lid van het transitieteam circulaire bouweconomie deel aan de paneldiscussie. Tevoren had hij een stelling ingestuurd over hoogwaardige recycling en hergebruik. Tijdens het gesprek is hij ik ook ingegaan op de MKI (milieukosten indicator) als inkoopinstrument bij onder meer RWS. Daarop wil hij in dit artikel graag nog iets meer toelichten.

Circulariteit is geen doel op zich. Dit is de visie van het transitieteam circulaire bouweconomie, die ook terugkomt in het Nationaal Programma voor Circulaire Economie. Circulariteit is een middel om verschillende doelen te bereiken: CO2-reductie, biodiversiteit, schoon milieu en grondstoffenzekerheid. Je zou kunnen stellen dat we met circulariteit duurzaamheidsdoelen willen bereiken, zowel voor een duurzame leefomgeving als voor de economie. MKI is een meetlat die een groot aantal milieubelastende duurzaamheidsfactoren samenvat in één getal: de milieukostenindicator. In de visie van het transitieteam circulaire bouweconomie is de MKI de beste (hoewel nog lang niet perfecte) maat die we op dit moment hebben om duurzaamheid eenduidig meetbaar te maken.

Terugblik

MKI als inkoopinstrument in de GWW is ontwikkeld door Rijkswaterstaat. Meer dan tien jaar geleden is RWS begonnen het ook toe te passen in aanlegprojecten. Inmiddels wordt het door steeds meer partijen in de sector gebruikt. Aannemers en producenten worden uitgedaagd om tot duurzamere ontwerpen en producten te komen. Recent is een door Copper8 en Witteveen en Bos in opdracht van Rijkswaterstaat een evaluatie ‘Inkopen met MKI in de GWW’ uitgevoerd. Hierbij is zowel gekeken naar de toepassing van MKI als eis, als naar de toepassing als gunningcriterium (BPKV). De belangrijkste sterktes van inkopen met de MKI zijn de brede toepassing in de sector en het stellen van vergelijkbare eisen. De onderzoekers zien de ontwikkeling van standaardeisen, die vrijwillig door een groeiende groep opdrachtgevers worden toegepast, als een succesfactor die bijdraagt aan harmonisatie. Vanuit het transitieteam circulaire bouweconomie is de Staatssecretaris geadviseerd de toepassing van de MKI in de GWW sector minder vrijblijvend te maken. De standaardeisen kunnen daarvoor een goed begin zijn. Aan een vertaling naar een MPG voor de GWW wordt niet gedacht, omdat de GWW werken zich minder gemakkelijk laten vertalen naar een MKI per vierkante meter per jaar.

MKI, DuboCalc, LCA, NMD, EPD, CPR, PCR

Wie weleens van MKI heeft gehoord in de GWW, heeft ook weleens van DuBoCalc gehoord en wellicht ook van een aantal DLA’s (drie letterafkortingen):

  • LCA: dat staat voor levenscyclusanalyse. LCA’s zijn de basis voor berekeningen die uiteindelijk uit DuBoCalc komen. LCA’s worden opgesteld voor bouwproducten en materialen volgens de Nederlandse bepalingsmethode, die is gebaseerd op de Europese norm EN-15804. 
  • NMD: de stichting NMD (Nationale Milieu Database) beheert de database met LCA’s voor bouwproducten. Zowel voor de BenU als de GWW sector. NMD beheert ook de bepalingsmethode en toetst rekeninstrumenten als DuBoCalc op conformiteit met de bepalingsmethode
  • EPD: een getoetste LCA voor een bouwproduct kan tevens gelden als EPD, een Environmental Product Declaration, die ook elders in Europa kan gelden voor de CE markering
  • De basis voor EPD’s ligt in de Europese CPR: de Construction Products Regulation ofwel de Europese Bouwproducten Verordening. Voor de CPR is de Europese Commissie inmiddels in een vergevorderd stadium om deze aan te passen, waardoor (onder meer) milieu en duurzaamheid onder de CE-markering worden gebracht. Door de EPD te combineren met een monetaire weegset, ontstaat een milieuprofiel waarmee DuBOCalc gevoed kan worden
  • Internationaal en nationaal kunnen door branches zogeheten c-PCR’s worden opgesteld: Product Category Rules. Ze worden gebruikt ter aanvulling van de bijvoorbeeld rekenregels, scenario’s en EPD inhoud.

RWS is voornamelijk geïnteresseerd in MKI-waarden op Bouwwerkniveau en milieuprofielen, waar dus ook projectspecifieke verwerking van producten is opgenomen. In de afbeelding is de route van LCA’s naar MKI berekening verbeeld.

Een half volle fles is ook half leeg

Hierboven heb ik al aangegeven dat de MKI nog geen perfecte duur­zaamheids­meetlat is. Hoewel het aantal effectcategorieën, dat moet worden meegenomen in een LCA, wordt uitgebreid naar negentien, zijn bepaalde milieu-effecten moeilijk mee te nemen in een LCA. Met name die op biodiversiteit. Ook is de beschouwing van grondstoffenschaarste nog beperkt tot een klein aantal metalen. Daarnaast is het nog lastig gebleken om circulaire maatregelen goed te laten landen in de bepalingsmethode. Een hoge mate van herbruikbaarheid of een losmaakbaar ontwerp leidt nog niet automatisch tot een lagere MKI. Wie een duurzaam project wil realiseren, kan dus nog niet blind varen op de MKI. Als zoveel instrumenten, moet ook de MKI worden toegepast met gezond verstand en kennis van de mogelijkheden en beperkingen.   

Wat kan de branche zelf doen?

Circulariteit is dus een middel om duurzaamheidsdoelen te bereiken, waarbij opdrachtgevers de MKI kunnen gebruiken als meetlat en stimulans voor duurzaamheid in de projecten. De branche (of een kopgroep daarbinnen) heeft daarnaast ook zelf mogelijkheden om het duurzaamheidsniveau te verhogen. Ook daarvoor zijn er weer wat DLA’s:

BRL’s: beoordelingsrichtlijnen kunnen een goed middel zijn om in de markt een bodem te leggen in het kwaliteitsniveau, ook als het gaat om duurzaamheid;

UPV: Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid is een middel waarmee het ministerie in een keten eisen voor circulariteit kan vastleggen. Dat gebeurt doorgaans tenminste in overleg en niet zelden op initiatief van de branche die het betreft;

CMP: het Circulair Materialen Plan is de circulaire opvolger van LAP-3. Net als het LAP legt het voor materiaalstromen een bodem in de markt met minimum standaarden, die vervolgens doorwerken in onder andere de vergunningverlening. Het CMP is nu in de maak, inbreng vanuit de branche met kennis is altijd welkom;

En terugkomend bij de MKI: met PCR’s, Product Category Rules kan een branche de wijze waarop EPD’s worden ingevuld aanscherpen en verduidelijken, waardoor eenduidigheid en een meer gelijk speelveld kan worden gecreëerd.

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details

Kunnen we je helpen met zoeken?

Bekijk alle resultaten