Every ending is a new beginning: met deze visie begon Caroline Craenhals haar overgrootvader Belgian Scrap Terminal. Hoewel het product veranderde – van textiel naar een focus op metalen – blijft zijn visie vandaag overeind. “Een product aan het einde van zijn levenscyclus wordt iets nieuws”, zegt Craenhals. Vandaag staat ze aan het hoofd van een op en top familiebedrijf met sites in de Haven van Antwerpen, Willebroek, Luik, Aarlen, Hoboken en Givet.
Craenhals kreeg de passie voor recycling met de paplepel mee. “Ik zet de erfenis van drie generaties voort. Dat vind ik een voorrecht én een rijkdom. Ik doe een beroep op hun ervaring én breng verandering teweeg. De eerste vijftien jaar heb ik zij aan zij met mijn vader gewerkt. Hij gebruikte mijn jeugdige perspectief om met een frisse blik naar de zaken te kijken, en dat overgoot hij als het ware met zijn ervaring. We slaan de brug tussen afval en nieuwe grondstoffen, maar ook in onze bedrijfsvoering slaan we de brug tussen verleden en toekomst. Innoveren, met respect voor het verleden.”
Als Craenhals terugblikt, is de technologische vooruitgang in recyclingmethodes een belangrijke evolutie. “Twintig jaar geleden implementeerde Europa nieuwe wetgeving die een enorme boost heeft gegeven aan de ontwikkeling van nieuwe recyclingtechnieken”, legt ze uit. BST innoveert zelf ook voortdurend. Vorig jaar investeerde het bedrijf nog 15 miljoen euro om gegoten en geslagen aluminium met verschillende legeringen te scheiden. “Hoewel de vraag naar het afgewerkte product vandaag nog niet enorm hoog is, verwachten we dat aluminiumsmelterijen in de toekomst steeds meer zuivere materialen zullen vragen. We nemen graag een pioniersrol in. Grondstoffen moeten we beter scheiden en vermalen. Hoe zuiverder de secundaire grondstof, hoe beter deze kan worden ingezet in het productieproces.”
Het gebruik van gerecyclede materialen in dat productieproces is voor Craenhals dan ook een logische en cruciale ontwikkeling in de recyclingindustrie. “Als het gaat om ecodesign, blaast iedereen hoog van de toren, maar in de praktijk blijft het beperkt tot enkele veelbelovende start-ups. Het grootschalig inzetten van gerecyclede materialen is voor mij de eerste stap om ecodesign echt in de praktijk te brengen. Het zal tijd kosten om operationele processen aan te passen. Het positieve is dat we een mentaliteitsverandering zien bij de producenten. Zij worden wakker geschud door de schaarste aan grondstoffen, een probleem dat alleen maar zal toenemen.”
Het eindproduct is en blijft een wereldproduct. Volgens Craenhals biedt dit zowel uitdagingen als kansen. “Globale trends en macro-economische effecten zoals oorlogen, protectionisme en prijsschommelingen hebben nu eenmaal invloed op je business. Tegelijkertijd heeft globalisering in het verleden gezorgd voor onze welvaart, en dat moeten we blijven omarmen.” Toch droomt ze ook van een sterkere verankering van de lokale industrie, zodat meer producten hier van de band rollen. “We hebben al een Europese Green Deal, het is hoog tijd voor een Industrial Deal. Afvalstoffen worden vandaag al lokaal terug in productie gebruikt, maar dat moet nog meer gebeuren.”
België is vandaag een koploper op het gebied van recycling. Om die positie in de toekomst te behouden, moet het beleid de industrie ondersteunen en ruimte geven aan industriële innovaties. Craenhals: “België is een ruwe diamant. Ik hoop vurig dat onze volgende regering dit beseft en de diamant verder slijpt. Wij staan alvast klaar om hieraan mee te werken en samen de bouwstenen van de toekomst in een moderne maatschappij te leggen.”