Dit laat zich bijvoorbeeld duidelijk voelen in textielrecyclage waar het aanbod aan de invoerzijde enorm toenam, terwijl tegelijk de afzetmarkten de deuren sloten. Maar er is meer aan de hand. Mariska Zandvliet, corporate communication executive van Boer Group en voorzitster van Euric Textiles legt uit wat er aan de hand is.
Kledingconsumptie is de voorbije decennia verdubbeld. De zogeheten fast fashion zet daarbij de toon: leuk en goedkoop en dus makkelijk te vervangen. Maar dat heeft ook zijn effect op de kwaliteit van de kledingstukken. Bij Boer Group, dat jaarlijks instaat voor inzamelen, sorteren en recycleren van 110 miljoen kg textiel, weten ze er alles van. Corporate communication executive Mariska Zandvliet: “Als consument kan je dat na een aantal keren wassen al duidelijk merken. Maar als textielverwerker zijn de slechtere kwaliteit van vezels nefast voor het businessmodel. Het is immers uit de kledij die gerecupereerd kan worden voor hergebruik dat de marges ontstaan om het volledige recyclagemodel financieel te onderbouwen. Hier zit ook net de toegevoegde ecologische waarde want het kan gewoon weer dienen waar het voor bedoeld was. En de vraag is groot: 70% van de wereldbevolking is op zoek naar tweedehands-kledij. Maar die kwaliteit is dus tanend.”
Ongeveer 50% van de kledij die wordt afgedankt en bij verwerkers terechtkomt is maar geschikt voor hergebruik. De rest is te vuil, te nat of te versleten. “Een deel (+/- 15%) kan nog gerecupereerd worden als poetslap als aan bepaalde kwaliteitsvoorwaarden is voldaan. Maar wanneer die lat niet wordt gehaald, kan men enkel nog de vezel proberen recupereren door mechanische of chemische recyclage (nu eerste initiatieven rond). Maar vanaf dan zijn we eigenlijk bezig met downcycling. Slechts 1% van de gerecupereerde textielvezels komt immers weer in nieuw textiel terecht. Dat heeft er onder andere te maken dat de meeste textielweefsels uit verschillende vezels bestaan, terwijl recyclage net om zuivere stromen vraagt. Andere, laagwaardigere bestemmingen zijn daarom auto-onderdelen, isolatiematerialen … goed voor gemiddeld vijftien jaar langer meegaan, maar uiteindelijk blijven we steken in een lineair model. De vezel wordt steeds korter tot er niks meer mee aangevangen kan worden.”
Wat is er dan nodig om een circulair model voor textiel op het getouw te zetten? “Enerzijds de technologie om de kwaliteit en dus de lengte van de vezel te vrijwaren. Anderzijds moet de kostprijs van zo een productieproces naar beneden. Momenteel zijn gerecycleerde vezels drie à vier keer zo duur als virgin materialen.” Al deze elementen maakten dat bedrijven actief in textielrecyclage hun marges sowieso al zagen teruglopen door de dalende kwaliteit. “Wat corona daar dan nog aan toevoegde was dat het thuisblijven voor veel mensen het signaal was om schoon schip te maken in hun kleerkast. Het gevolg was een ongekende toevoer van materiaal. Een aantal inzamelaars in België zag zich bijvoorbeeld genoodzaakt om zijn containers tijdelijk te sluiten. Tegelijk ging de tweedehandsmarkt voor een groot deel op slot dus konden textielverwerkers hun producten ook niet meer aan de man brengen met immense voorraden tot gevolg.”
Intussen trekt de markt mondjesmaat weer aan, maar daarmee zijn de problemen nog helemaal niet van de baan. “Corona heeft vooral aangetoond hoe kwetsbaar onze branche is. Wat wel positief is, dat is dat veel steden en gemeenten bereid zijn om de vergoeding die ze krijgen voor deze afvalstroom te laten vallen of er omgekeerd zelfs voor te betalen. In Nederlands althans. Dit systeem stond door de teruglopende kwaliteit immers al onder druk. Maar om de problemen structureel van de baan te krijgen moeten we een ander verdienmodel vinden voor gerecycleerde vezels. We hopen dat dit een aantal zaken in stroomversnelling kan brengen, zodat ook kledingproducenten hun verantwoordelijkheid beginnen opnemen. Zij hebben immers gezorgd voor het deficit in kwaliteit. Door meer recycled content te gebruiken kunnen ze ook de oplossing zijn. Ik ben ervan overtuigd dat van zodra er een grotere vraag naar gerecycleerde textielvezels ontstaat, de technologie ook snel zal volgen. Europa heeft die ambitie alvast getoond met plastics, waarom ook niet met textiel? Ook de consument moet zich meer bewust zijn van de impact van textielproductie op het milieu. We zullen elkaar nodig hebben om de textielketen circulair te kunnen maken”, aldus Zandvliet.