De komst van meer biomassaverbrandingscentrales zorgt voor spanning in de markt van afvalhout. Nochtans is het de ambitie van Vlaanderen om zoveel mogelijk van dat afvalhout aan te wenden voor hergebruik en recyclage. Als er één bedrijf zich engageert om deze kringlopen te sluiten, dan is het wel Unilin. Hun spaanplaten bestaan voor meer dan 90% uit gerecycleerd materiaal.
Circulariteit zit Unilin in het DNA. Het bedrijf ontstond in de jaren 60 uit de vlasnijverheid. Lemen, een restproduct van de vlasverwerking werd een zinvolle herbestemming bezorgd door het persen van platen. Vandaag krijgt 900.000 ton afvalhout een nieuw leven bij de spaanplaatproducent. Purchase manager Ruben Debouvere: “Een proces dat met de jaren verfijnd is om zoveel mogelijk afvalhout te kunnen recupereren. B-hout is met de inzet van goede productkennis en reinigingstechnologie in aanzienlijke mate recycleerbaar. Zo proberen we de markt bijstand te verlenen in het nastreven van het hoogste mogelijke aandeel materiaalrecyclage. We hanteren een eigen – perfect meetbaar – lastenboek. De kwaliteitsbeoordeling bevat een hele reeks parameters. Op basis van een scorecard wordt een kwaliteitsniveau vastgesteld. De houtstromen die niet de minimale score halen worden als niet recycleerbaar beschouwd. Deze worden nuttig gebruikt in onze biomassacentrales om groene stroom of warmte te produceren”, aldus Debouvere.
Er bestaat in de regelgeving geen officiële definitie over welk afvalhout geschikt is voor hergebruik en welk enkel nog kan dienen voor verbranding met energierecuperatie. De kwaliteitsmatrix die Unilin hanteert is dan ook in de praktijk uitgegroeid tot een belangrijke maatstaf om de kwaliteit van afvalhout te beoordelen. “Waar we vroeger een beetje overschot van palletten aan het hout toevoegden om nieuwe platen te maken, is het nu andersom en hebben we maar een beetje vers hout meer nodig. Dat maakt dat we geen behoefte hebben aan zomaar volume, maar aan de juiste kwalitatieve tonnen”, onderstreept Inno Deboosere, purchase manager Wood. Volumes die Unilin niet alleen in België zoekt, maar overal in de buurlanden.
Zo duurzaam mogelijk weliswaar. 150.000 ton afvalhout wordt jaarlijks via waterwegen tot op de juiste site gebracht. Deboosere: “Alles wat de Belgische markt kan bieden van afvalhout dat aan onze kwaliteitseisen voldoet, zullen we afnemen. Dat is het engagement dat we zijn aangegaan met de inzamelsector na de crisis die er enkele jaren geleden was toen er veel houtoverschotten waren van mindere kwaliteit.”
Toch ziet Unilin een deeltje van die koek verloren gaan nu er biomassacentrales voor houtverbranding bijkomen op de markt. “De overheid focust heel hard op circulariteit. Hun ambitie sluit perfect aan op de onze: zoveel mogelijk afvalhout recupereren voor hergebruik. Vandaag kunnen we door onze recyclagetechnieken al een levensduurverlenging van 32 jaar realiseren, wat een enorme reductie in CO2 betekent. We helpen het beleid waarmaken, maar anderzijds hebben we het beleid ook nodig om zoveel materialen te kunnen terugwinnen”, vertelt Deboosere. Pas wanneer hergebruik geen optie is, mag er naar verbranding met energierecuperatie gekeken worden.”
Het houdt Unilin niet tegen om te blijven bouwen aan een circulaire toekomst. Met bijvoorbeeld de ontwikkeling van een nieuwe technologie om MDF recycleerbaar te maken (zie kaderstukje). Maar het probeert ook klanten bij te staan in hun duurzaamheidsambities door onder andere eigen terugnamesystemen voor houtafval (Join the Circle). Group project manager Circular Economy Kristof Van Hoye: “We zien dat hout aan populariteit wint in bouwtoepassingen, omdat het een duurzame keuze is. Reden te meer om er zorgvuldig mee om te gaan. Dat begint al met verantwoord bosbeheer, maar we moeten dat doortrekken over de volledige levenscyclus. Het is een wonder om te zien hoe we op deze industriële verwerkingssite onvoorbereid houtafval in een nieuwe plaat kunnen omzetten. Daarom nodigen we klanten, partners en leveranciers ook bij ons uit om ze te tonen welke impact ze met hun keuzes op het bouwen aan een betere wereld hebben.”
MDF (medium density fibreboard) en HFD (high density fibreboard) zijn houtvezelplaten. Bij Unilin enkel geproduceerd met vers hout afkomstig van reststromen van zagerijen en uit duurzaam bosheer. Maar om de kringloop te sluiten, moet het de ambitie zijn om deze platen ook te kunnen recycleren. Daar wrong tot voor kort het schoentje, omdat de lijm die als bindmiddel dient niet op een industrieel haalbare manier ‘gefilterd’ kon worden. Het R&D-team van Unilin is erin geslaagd om een nieuw procedé te ontwikkelen om de vezels opnieuw als grondstof in te zetten. Dat wordt nu uitgerold in de productiesite in Bazeilles (Frankrijk). Eenmaal op punt, zal het ook op de site in Vielsalm gekopieerd worden om de kringloop te sluiten. De innovatieve, gebrevetteerde technologie is vergelijkbaar met een snelkookpan. De platen worden bevochtigd met stoom, verwarmd en onder zeer hoge druk geplaatst. Daarna gaat de druk omlaag en komen de vezels los. Dat levert vandaag al 8.000 ton MDF-vezels per jaar op die perfect herbruikbaar zijn. Tegen 2030 wil men minstens 25% van zijn grondstoffenmix op groepsniveau vervangen door gerecycleerde vezels. Dat zou jaarlijks resulteren in een besparing van 380.000 ton CO2.