De schrootsector doet het al jaren: urban mining. Afval toveren ze om tot waardevolle grondstoffen voor nieuwe producten. Maar je kan moeilijk nog dichter op de huid van de stad zitten dan Stevens Recycling. Vanuit hartje Brussel investeert het voortdurend in nieuwe productietechnieken om maximaal grondstoffen te kunnen recupereren. Sinds kort werpt het zich ook op elektronisch afval.
Tijdens het interbellum trok de familie Stevens vanuit Limburg naar Brussel. Ze zochten werk in de hoofdstad en begonnen in 1935 met de inzameling van metalen. Een activiteit waar mater familias Liske Stevens haar lenden achter legde na het vroege overlijden van haar echtgenoot. Haar passie en werkijver maakten van de zaak een succes. “In de jaren 50 volgde de eerste werf, langs het Vergotedok, in het hart van onze hoofdstad. Door echt in het centrum aanwezig te zijn, zitten we direct aan de bron en aan een waterweg om materiaal duurzaam te transporteren. Dit zal dan ook altijd het kloppend hart van onze activiteiten blijven”, vertelt Marie Van Breusegem. Intussen is met Alphonse Stevens de derde generatie aan het roer.
Van Breusegem is binnen Stevens Recycling verantwoordelijk voor onder meer de ontwikkeling van nieuwe projecten. “We willen de komende jaren organisch verder groeien. Bovenaan ons verlanglijstje staat de ambitie om op vlak van techniek en milieu voorop te blijven lopen. Daar blijven we voortdurend in investeren. Maar we zoeken ook naar nieuwe locaties als er zich opportuniteiten voordoen, naar nieuwe klanten en vooral naar nieuwe grondstoffen om via urban mining te ontginnen. Dat is onze corebusiness.” Een eerste voorbeeld daarvan is al terug te vinden op de site in Brussel. Sinds een jaar kreeg Stevens Recycling een concessie van de Haven van Brussel voor de verwerking van elektronisch afval. “Een initiatief waarmee we een blinde vlek konden invullen. Er waren immers nog geen door Recupel erkende verwerkers hier in de buurt. De meeste van mijn tijd gaat nu naar de uitbouw van deze activiteit. Het is een heel proces om alle partners rond de tafel te krijgen. Want we willen in alles wat we doen, de puntjes op de i zetten.”
Stevens Recycling is niet alleen in Brussel actief. Het is gespecialiseerd in alle aspecten van ferro en non-ferro metalen, maar verdeelt die over verschillende locaties. “In 1968 al werd er een tweede werf geopend. In Genk, omdat het de uitdrukkelijke wens was van Liske om eerst terug naar haar wortels te gaan.” Het bedrijf was de eerste in België om met een autoshredder te werken. Het mag ook bijzonder fier zijn op de post-shredder technologie die het vandaag toepast op zijn site in Genk. “Als recyclagebedrijf moet je voortdurend investeren om de grens weer verder te kunnen leggen. De concurrentie is niet min. België is het land met het grootste aantal autoshredders per inwoners. Maar we moeten ook opboksen tegen illegaliteit. Door het soepeler beleid van de buurlanden, zien we materiaal versluisd worden naar bijvoorbeeld Nederland. Wij ijveren dan ook voor een Europees level playing field.”
Daarnaast beschikt Stevens Recycling nog over sites in Charleroi, Willebroek, Lier en zelfs een antenne in Duitsland. Dat maakt dat het voortdurend ook de wetgeving in de drie gewesten moet opvolgen. “Wij hebben twee juristen voltijds in dienst. Geen overbodige luxe omdat de verschillende overheden niet altijd op dezelfde manier werken. Je moet echt de vinger aan de pols houden omdat de milieuwetgeving voortdurend verandert. Dat we er desondanks in slagen om als klein familiebedrijf met zeventig medewerkers altijd voorop te lopen, is net omdat we zo een mooie en sterke polyvalente ploeg hebben”, besluit Van Breusegem.