Textielfabriek brengt drie essentiële recyclingstappen onder één dak samen

Brightfiber Textiles opende eerder dit jaar in Amsterdam een eigen circulaire textielfabriek. Het doel: van oude kleding garen en nieuwe kleding maken. Oprichter Ellen Mensink: “We zijn het eerste bedrijf ter wereld dat de stappen sorteren, schoonmaken en het maken van grondstoffen en vezels voor het maken van garens en eindproducten volledig automatisch in eigen huis uitvoert.”

Dat juist Brightfiber deze drie stappen in-huis oppakt, is nauwelijks een verrassing. Mensink heeft een lange staat van dienst in de circulaire fashion. Ze richtte ruim tien jaar geleden Loop.a.life op, een circulair kledingmerk. Dit merk bestaat niet meer, maar Mensink is en blijft van mening dat de wereld toe moet werken naar het gebruik en het dragen van circulair textiel. Ook wil ze zelf de stappen zetten om dat mogelijk te maken.

Drie machines

In april opende de Amsterdamse fabriek van Brightfiber. Het bedrijf gebruikt nu drie machines, waaronder een vervezelmachine. Deze zet katoen om in nieuwe vezels om er daarna garens en stof van te maken met partners in Europa. Ook is er een fijnsorteerder die sorteert op materiaal en kleur. De opschoner verwijdert ritsen, labels en knopen. De machines kunnen samen tot 2,5 miljoen kg textiel per jaar verwerken. De kleding die Brightfiber verwerkt komt uit diverse stromen, waaronder de kledingcontainers op straat.

“Overheden moeten bedrijven prikkelen”

Mensink ziet een enorme potentie voor het recyclen van textiel, maar weet ook dat om dit te bereiken bedrijven en overheden nog de nodige stappen moeten zetten. “Wij hebben al lang laten zien dat dit kan. Het is nu aan overheden om bedrijven te prikkelen deze stap te zetten. Nu betalen bedrijven slechts een prijs per kilo afval, dat prikkelt onvoldoende. Consumenten willen wel, maar zien door alle certificeringen het bos niet meer. Een simpel label zoals voor huizen is nodig. E of F moet je eigenlijk niet kopen, A is top, maar vermoedelijk ook iets duurder. Klopt het label, dan schept dat duidelijkheid en kan de consument ook op goed vertrouwen iets meer betalen voor een echt duurzaam circulair product.”

“Circulair moet echt circulair zijn”

Circulair moet bovendien volgens Mensink ook echt circulair zijn. “Uiteraard is het goed dat bedrijven nu al industrieafval gebruiken, dat doen ze overigens al decennia, maar dat is niet de uitdaging waar de fashion sector voor staat. De uitdaging is dat we de afvalberg verminderen en dat we veel minder grondstoffen, energie, chemicaliën en water gebruiken. Ook lokaal produceren helpt. De natuur stuurt geen factuur bij nieuwe producten, wij moeten het wel in de prijs van een product stoppen. Bovendien creëren we hier dicht bij huis, ontwikkelen kennis en scheppen arbeidsplaatsen. Dit proces van produceren start met het zelf maken van grondstoffen.”

Productie draaien

De fabriek in het Amsterdamse havengebied zit nog niet aan de maximumcapaciteit. De stroom aan kleding afkomstig uit onder andere kledingcontainers is groter dan de vraag naar garen en producten. “Er zijn meer partijen in de keten nodig die lef tonen, aan de slag gaan. Dit wordt niet vanzelf business as usual. Merken moeten aankloppen, dan helpen we ze, geven we uitleg. Bel ons, benader ons, zodat we productie kunnen draaien en circulair textiel kunnen verwezenlijken. Soms moet je iets gewoon starten om te begrijpen hoe het werkt.” Volgens de CEO is er niet meer capaciteit nodig aan de kant van de kennisinstellingen, maar vooral dus praktische ervaring. “Het is tegenwoordig echt niet meer zo dat je ziet of iets gerecycled is, mechanische recycling levert een hele mooie kwaliteit op.”

Productie als bewijs

De basis van het productieproces staat er nu. Als het aan Mensink ligt staat er over vijf jaar een florerend bedrijf. “Met veel merken in Europa die een Brightfiber collectie hebben. Met de drie stappen die we nu in-huis zetten willen we ook in andere regio’s stappen gaan maken en om op te schalen, de T-shirts en collectie zijn het bewijs dat het kan.”