Wat moet Vlaanderen daar van denken?
Als alles volgens plan verloopt, willen ze in Saint-Ghislain (nabij Bergen) volgend jaar starten met de bouw van en biogasinstallatie met een capaciteit om 900.000 ton organisch biologisch afval te verwerken. Dat zou meteen de grootste van ons land zijn. Een initiatief van Cryo Advise uit Wetteren dat een Deens investeringsfonds met miljarden euro’s achter zich heeft. Ook de Waalse regering participeert in het project waar een prijskaartje van 150 tot 250 miljoen aan hangt. Opvallend, zij willen niet aan het subsidie-infuus maar geloven in de productie van vloeibaar biogas om het financiële plaatje zelfstandig rond te krijgen. Maar wat moeten we daar in Vlaanderen nu mee?
Wie vandaag in België een installatie in biogas heeft met een capaciteit van 2,5 MW mag zich al tot de grote producenten van biogas rekenen. Ter vergelijking, zo een installatie zal jaarlijks gemiddeld 80.000 ton organisch biologisch afval nodig hebben. De grootorde van de installatie die Cryo Advice plant is daarmee ongezien voor onze contreien. In Vlaanderen was er overigens geen plaats voor: noch de schaarste aan bouwgrond, noch de stikstofproblematiek werkten uitnodigend. Terug naar de cijfers dan, want ook al staat de installatie nu ingepland in het andere landsgedeelte, om ze draaiende te houden zal er heel wat organisch biologisch afval de taalgrens over moeten. De intentie van de initiatiefnemers is om de radius te beperken tot 100 km rond de installatie. Hoe dat organisatorisch precies in zijn werk moet gaan, valt nog af te wachten. Om kwaliteitsredenen kan organisch biologisch afval het beste zo snel mogelijk verwerkt worden, om zoveel mogelijk reductie in broeikasgassen te realiseren.
Reden genoeg dus om de geplande investering even tegen het licht te houden. Absoluut pluspunt: de subsidie-onafhankelijke aanpak. Daarvoor wordt resoluut een stap overgeslagen in het proces. In plaats van het opgewekte biogas om te zetten in warmte en elektriciteit, blijft het gewoon biogas, biomethaan meer bepaald. Meer nog, er zal nog een stapje verder gegaan worden door er biolng van te maken, vloeibaar biogas dus. Dat heeft het voordeel dat het naar die plaatsen kan waar de vraag naar duurzame brandstoffen het luidst klinkt en waar de prijs dus het hoogst zal zijn. Bovendien is dit een relatief innovatief proces, met nog maar weinig concurrentie op de markt. Op die manier kan er een rendabel businessmodel uitgebouwd worden en wordt tegelijk bijgedragen aan de Europese Fit for 55 doelstellingen. Europa wil tegen 2030 de netto-uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55% hebben verminderd.
Een kanttekening die hierbij te maken valt, is dat deze positieve cijfers niet op de balans van Vlaanderen zullen verschijnen. Het vloeibare biogas, hoewel grotendeels geproduceerd uit Vlaams afval, zal geëxporteerd worden en daar voor de duurzame impact zorgen. Hoewel dit Europa gebouwd is op het vrijemarktprincipe, doen we er als regio misschien niet slecht aan om zuinig om te springen met de weinige grondstoffen die we hebben.
Een laatste aandachtspunt heeft te maken met de technische realiseerbaarheid. De biogassector heeft al te kampen met een negatief imago door cowboys die in het verleden met loze beloften in de markt gestapt zijn. Het blijft nog afwachten in hoeverre de biochemische processen van vergistingsinstallaties zomaar opgeschaald kunnen worden tot de vooropgestelde volumes. Daar zullen niet alleen miljoenen euro’s voor nodig zijn maar ook voldoende technische knobbels om die vertaalslag te maken. Cryo Advise brengt uiteraard ook zijn specialisatie mee, maar die spitst zich vooral toe op de laatste stap in dat verhaal, de omzetten naar vloeibaar biogas. Daarnaast zullen best beschikbare technieken nodig zijn om de geurhinder voor de buurtbewoners te beperken.
Nieuwe spelers, zeker met een verfrissende aanpak om het zonder subsidies te doen, zijn een welgekomen aanvulling in deze markt. Op voorwaarde dat ze geen zandkastelen bouwen en de geloofwaardigheid van de biogassector onderuit halen.