Een gevolg van de tekorten in de primaire grondstoffensector, veroorzaakt door weersinvloeden in Amerika en force majeure in de Europese industrie.
Aan de ene kant is het natuurlijk mooi dat we onze voorraden konden afzetten. Maar het feit dat we nu niet meer aan de vraag kunnen voldoen, zegt ook iets over het voor een recycleerder beschikbare volume aan plastic afval. Het is de volgende bottleneck die het evenwicht verstoort in een groeiende markt. Daarnaast is het een voorbode van het te verwachten effect na de invoering van een Europese verplichting op recycled content. Deze verplichting is een noodzakelijke maatregel, waarmee we de prijs voor recyclaat loskoppelen van de prijs voor virgin materiaal. Concurrentie ontstaat dan tussen de recycleerders onderling en is niet meer afhankelijk van olieprijzen en politieke invloeden elders op de wereld. Dat gaat zorgen voor stabiliteit en continuïteit in de nu sterk schommelende afzetmarkt voor plastic recyclaat.
Zeker niet, er is genoeg. De media laat dat maar al te vaak zien. Het grootste deel van het plastic afval komt echter niet bij een recycleerder terecht, maar wordt gestort of verbrand omdat dat goedkoper is. Dat geldt niet alleen voor landen ver bij ons vandaan, maar ook voor landen als Nederland en België. Zelfs een verdubbeling van de afzetprijs voor recyclaat overbrugt het kostendeficit niet. Sturingsmaatregelen vanuit de overheid zijn noodzakelijk om recyclage economisch haalbaar te maken. ‘Nog meer regels’, zou je kunnen denken. Maar juist dankzij deze regels bestaat de recyclage-industrie. Zonder regels was deze activiteit in de afgelopen 25 jaar nooit ontstaan. We hebben er onze huidige hoge recyclagerates aan te danken. Maar nu is de beurt aan de laatste en moeilijkste stromen, zoals plastic en textiel. Daarvoor zijn aanvullende maatregelen nodig.
De benodigde aanvullende maatregelen verschillen per land. Afvalstoffenwetgeving is gebaseerd op nationale wetgeving. Waar het in het ene land verboden is om brandbaar afval te storten, kan dat in een ander land nog altijd de goedkoopste oplossing zijn. Meerdere landen maken het storten van afval duurder door hier belasting op te heffen. Maar met minder dan 100 euro per ton aan belastingheffing, bovenop de kosten voor de stortplaats, is het gat nog niet gedicht. Afvalverbranding is een andere verwerkingsmethode die concurreert met recyclage. Tarieven voor verbranding variëren in Europa grofweg tussen de 45 en 120 euro per ton. Zeker in landen waar de afstanden groot zijn – zoals in Zweden en Frankrijk – kun je als recycleerder economisch geen beter alternatief bieden. Maar ook zonder die extra logistieke kosten worden er nog onvoldoende maatregelen genomen om plastic afval te scheiden en aan te bieden bij een recyclagebedrijf. Producenten verantwoordelijkheid laten nemen voor huishoudelijke verpakkingen is een manier om het kostendeficit te overbruggen, maar deze plastic stroom is slechts 40% van al het plastic afval dat we produceren.
Als we een sorteerplicht invoeren op al het afval dat nog recycleerbare stromen bevat, vangen we meerdere vliegen in een klap. We brengen afval dan niet meer direct naar een stortplaats of verbrandingsoven, maar voeren alleen het residu na sortering (gecertificeerd) af. Daarmee wordt een nieuwe markt in werking gezet die het beschikbare volume aan recyclaat zal laten groeien. Dit is noodzakelijk om onze doelstellingen voor hergebruik te realiseren! En de meerkosten voor de sortering van het afval? Die zijn gering als je ze vergelijkt met de indirecte milieukosten die het gebruik van primaire grondstoffen met zich meebrengt.